01-07-2023

Vakmanschap in de kijker: de begijnhofkerk van Sint-Truiden

Stap binnen in de begijnhofkerk van Sint-Truiden, waar puur vakmanschap samenkomt in de vorm van middeleeuwse muurschilderingen, een uniek barokorgel, een verbazingwekkend dakgewelf en waar zelfs een astronomisch uurwerk heeft getikt …

Unesco Werelderfgoed

Het Sint-Agnesbegijnhof van Sint-Truiden is één van de 13 Vlaamse begijnhoven op de Unesco Werelderfgoedlijst. Het ontving deze prestigieuze erkenning om drie redenen. Allereest ligt het begijnhof nog steeds op zijn oorspronkelijke plaats van stichting in 1258, buiten de middeleeuwse stadmuren. Dit is bijzonder omdat veel begijnhoven door de groei van de steden vaak toch binnen die muren eindigden. Ten tweede is dit begijnhof het enige dat zijn achttiende-eeuwse boerderij mét tiendenschuur heeft weten te behouden. Tenslotte is de begijnhofkerk de enige in België waar zoveel muurschilderingen nog zo goed bewaard zijn.

De begijnhofkerk telt maar liefst 38 muurschilderingen

De cyclus van maar liefst 38 werken werd geschilderd tussen het begin van de 14de eeuw en het einde van de 16de eeuw. De oudste muurschilderingen zijn te vinden aan weerszijden van de triomfboog, met rechts de H. Maria Magdalena met het Ware Gelaat van Christus en links het Kroningstafereel van Maria. Zoals in de meeste katholieke kerken is de noordzijde van de kerk voorbehouden voor de Mariaverering. In het koor zie je ook een aantal wijkruizen uit 1265, toen de kerk ingewijd werd.

Maria Magdalena die een afbeelding van het Ware Gelaat van Christus voor zich draagt (begin 14de eeuw).

Maria Magdalena die een afbeelding van het Ware Gelaat van Christus voor zich draagt (begin 14de eeuw).

De techniek achter de muurschilderingen

Wanneer je de Begijnhofkerk betreedt, word je verwelkomd door een indrukwekkende reeks muurschilderingen die verschillende periodes beslaan. Toch zijn er in de begijnhofkerk geen fresco’s te zien. Hoezo? Die techniek werd hier niet gebruikt. Bij fresco wordt de verf rechtstreeks op het nog natte pleisterwerk aangebracht, een techniek die in Zuiderse landen veel voorkomt. Maar vanwege ons vochtige klimaat zou de verflaag zo niet goed opdrogen en snel vervagen. In plaats daarvan werden de muren van de kerk bepleisterd met een mengsel van zand, kalk en dierenhaar. Dit liet men volledig uitharden, waarna het pleister met een laagje kalkmelk bestreken werd. Pas nadat ook deze laag helemaal opgedroogd was, werden de schilderingen aangebracht. Deze techniek heet 'a secco'. Om de verf te maken werd een bindmiddel toegevoegd aan kleurpigmenten in poedervorm.

De kleuren van de olieverfschildering vooraan (rechts op de foto) zijn veel donkerder.

De kleuren van de olieverfschildering vooraan (rechts op de foto) zijn veel donkerder.

Afhankelijk van het bindmiddel spreek je van tempera- of olieverftechniek. Bij tempera gebruikt men een waterachtig bindmiddel op basis van plantaardige of dierlijke stoffen zoals ei, gom, lijmen uit dierenbeenderen en visafval. Bijna alle muurschilderingen in de Begijnhofkerk zijn gemaakt in tempera, met uitzondering van de Heilige Odilia of de Heilige Ursula op de linkse pijler vooraan. Het valt op dat de kleuren van de olieverfschilderingen veel donkerder zijn dan die van de andere schilderingen. Waarom deze in olieverf geschilderd zijn, is niet duidelijk. Wel weten we dat ze werden aangebracht in het begin van de 16de eeuw.

Het leven van Maria als inspiratiebron

De begijnen kwamen de kerk binnen langs de zijingangen en namen plaats in het midden, met hun gezicht naar het koor. 

De muurschilderingen in het middendeel die je van hieruit ziet, tonen dan ook voornamelijk het leven van Maria en vrouwelijke Heiligen die de naastenliefden beoefenden of de marteldood stierven. Zij dienden als inspiratie voor de begijntjes die er kwamen bidden. Er is in de hele kerk maar één wereldse muurschildering. Op de zuil onder het orgel is een jongeman afgebeeld met een pelsmantel en een verenhoed en gevaarlijk dicht achter hem de dood. Dit soort schilderijen moest begijnen, die de gelofte van het celibaat niet moesten afleggen, ontmoedigen om voor de liefde te kiezen. “De dood danst met iedereen, laat u niet verleiden en blijf binnen het begijnhof”, was de boodschap.

Restauratie van historische erfgoed

H. Quirinus van Malmédy met de schedelpan in zijn hand (eind 16de eeuw)

H. Quirinus van Malmédy met de schedelpan in zijn hand (eind 16de eeuw)

In de 17de eeuw werden, zoals in bijna alle kerken, de muren in de begijnhofkerk overpleisterd. De maagdelijk witte kerk werd volgestouwd met barok meubilair. Bij een grote schoonmaak van de muren in 1860 vielen stukjes pleisterwerk met verf naar beneden en werden de muurschilderingen ontdekt. In 1861 maakte de heer J. Gérard van de reeds ontdekte voorstellingen een nauwkeurige beschrijving en in de jaren 1920 schilderde de heer C. Tulpinck aquarellen van de toen ontdekte schilderingen. Samen zorgden ze zo voor cruciale documentatie voor latere herstellingswerken. In 1934 werd een eerste, niet zo geslaagde restauratie uitgevoerd door Cornelius Leegenhoek. De kleuren klopte niet omdat hij de muren niet eerst gereinigd had. Bovendien kende hij de iconografie niet zo goed. Zo schilderde hij de H. Quirinus van Malmédy met een mooi rond hoofd, terwijl deze heilige altijd wordt afgebeeld met een afgeplat hoofd en zijn schedelpan in de hand als symbool dat hij de marteldood stierf door onthoofding.

Door kleine verticale streepjes aan te brengen in aquarel, blijft het originele karakter van de schildering toch behouden.

Toen de Vrienden van het Begijnhof van Sint-Truiden in 1070 de kerk aan de provincie Limburg schonken, was ze in zwaar verval. De kennis en techniek die voor de restauratie nodig waren, mogen niet worden onderschat. De provincie werkte hiervoor samen met het Koninklijk Instituut (Brussel) voor het Kunstpatrimonium onder leiding van Michel Savko. Heel voorzichtig verwijderden ze de verflagen van Leegenhoek en de muurschilderingen werden grondig gereinigd. Daarover werd een film gelegd die met het blote oog niet zichtbaar is. Op die film zijn de retouches aangebracht volgens de tratteggio techniek: kleine verticale streepjes in waterverf die minimaal van kleur verschillen met de omliggende kleuren. Trattegio wordt toegepast in aquarel, omdat dit achteraf makkelijk kan worden weggenomen, zodat de oorspronkelijke muurschildering weer zichtbaar is. Het resultaat is een restauratie waarbij de bezoeker duidelijk kan onderscheiden wat origineel is en wat niet.

Meer dan muurschilderingen

De wapenschilden van de familie Pitteurs-Hiégaerts.

De muurschilderingen en hun restauratie getuigen van puur vakmanschap, dat is duidelijk. Maar de begijnhofkerk bevat nog andere noemenswaardige uitvoeringen van vakwerk. Kijk zeker omhoog wanneer je in de kerk staat! Het indrukwekkende plafond, bestaande uit een robuust houten tongewelf volledig opgebouwd uit eikenhout, is een parel op zich. Hierboven bevindt zich trouwens nog een ander prachtig gebinte, wat erop wijst dat het tongewelf pas in de 16de eeuw onder het dak werd ingeschoven.  Tijdens de Franse Revolutie werd het begijnhof door de Franse bezetter onteigend en verkocht. Zo kwam het uiteindelijk in de 19de eeuw in handen van de familie Pitteurs-Hiégaerts. Zij gebruikte de kerk als hun privékapel en lieten hun wapenschilden aanbrengen op de boog. Aan het begin van de 19de eeuw werd het gewelf geschilderd. De planken en rozetten die niet beschilderd zijn, werden bij de restauratie vervangen. Dit om aan de bezoeker duidelijk te maken welke delen authentiek zijn en welke niet.

Het barokorgel van Christian Ancion uit 1645

Dankzij het houten tongewelf is de akoestiek in de kerk fantastisch. Het is een veelgevraagde locatie voor concerten en cd-opnames van heel wat gekende ensembles. Kom zeker eens naar één van de orgelconcerten! Tot een paar weken geleden stond hier het oudst in zijn geheel bewaarde en bespeelbare barokorgel van België. Het is van de hand van Christian Ancion, een gerenommeerd orgelmaker uit Hoei, en dateert van 1644-1946. Het is een heel bijzonder orgel, omdat het geen pedalen heeft en enkel een verkort octaaf. Onlangs werd 500 meter verder in de parochiekerk van Schurhove ook een orgel van Christian Ancion gerestaureerd. Dit orgel blijkt nog ouder te zijn: het dateert uit 1635. Zo is het orgel in de begijnhofkerk niet langer het oudst bespeelbare barokorgel, maar het blijft hoe dan ook een prachtig instrument om te zien én te horen.

Het interieur van de begijnhofkerk is werkelijk prachtig

Soms schrikken mensen wanneer ze de begijnhofkerk binnen wandelen, omdat ze op zoek zijn naar het Festraetsuurwerk. Dit astronomische uurwerk was lange tijd een bijzondere trekpleister voor het begijnhof. Horlogemaker Kamiel Festraets startte in 1937 in de begijnhofkerk met de bouw van dit zes meter hoge (!) uurwerk met maar liefst 20 000 onderdelen. Al snel groeide het uit tot een immens populaire toeristische attractie: 50 000 mensen zakten jaarlijks af naar de kerk om het uurwerk te bewonderen! Het begijnhofplein werd zelfs ingericht als busparking. Toen de begijnhofkerk voor de restauratie ontruimd werd, moest ook het uurwerk op zoek naar een nieuw onderdak. Zo werd naast de kerk de Festraetsstudio ingericht. Kamiel Feststraets heeft het uurwerk opgebouwd zonder enig plan: hij alleen wist hoe het in elkaar steekt. Het uurwerk is intussen 80 jaar oud en valt tegenwoordig wel eens stil. Het wordt steeds moeilijker om horlogemakers te vinden die het mechanisme kennen en kunnen herstellen. 

Kom naar de begijnhofkerk van Sint-Truiden en sta even stil bij de prachtige muurschilderingen die een tweetal eeuwen verborgen waren. Ontdek het verhaal achter deze unieke kunstwerken en bewonder hun indrukwekkende kader.

De begijnhofkerk van Sint-Truiden