Like
Is het jouw voornemen om meer te bewegen? Dat is goed, want bewegen is gezond. Zeker als je dat bewegen dan ook nog eens in de frisse buitenlucht doet. Alleen weten we ook hoe het moeilijk het soms is om voornemens vol te houden. In dat geval helpt het om kleinere doelen te stellen die gemakkelijker te doen zijn en om voldoende afwisseling te creëren. Ga bijvoorbeeld eens naar een bos of natuurgebied waar je nog niet geweest bent. In deze blogpost geven wij je vijf tips om de Limburgse natuur te gebruiken als jouw fitnesscentrum.
1. Wandelen
Dit is de meest toegankelijke vorm van beweging. Het is simpel, je kan een wandeling zo lang of kort maken als je wilt en je begint er eigenlijk mee van zodra je de deur uit gaat. Maar iedere dag hetzelfde rondje kan op den duur misschien vervelen. Maak er een sport van om zoveel mogelijk nieuwe groene plekken te ontdekken. Op de website van Wandelen in Limburg vind je een hele verzameling aan wandellussen waar je wel even zoet mee bent.
Als je een grotere uitdaging niet schuwt, oefen jezelf dan in het wandelen van langere afstanden. Limburg telt vier lange afstandswandelingen waarvan de langste meer dan 130 kilometer is.
2. Fietsen
Nog zo een fijne en gemakkelijke manier om aan je dagelijkse portie beweging te komen. Met meer dan 2000 kilometer aan fietspaden, heb je heel wat af te malen. Teken zelf een fietsroute uit met onze online planner en bepaal zo hoeveel kilometer je die dag wilt doen. Of maak een keuze uit een van onze inspiratieroutes. Daar vind je vooral de wat langere routes terug, voor als je niet per sé voor het avondeten thuis moet zijn.
De klimmers onder ons richten hun fiets best naar Haspengouw en de Voerstreek. Vooral in die laatste regio moet je goed weten waar je aan begint. Met de ene steile helling na de andere is een fietstocht in het prachtige Voeren geen rustig kabbelend tochtje te noemen. In Haspengouw liggen de Slingerberg (tussen knooppunt 402 en 80) en de Muizenberg (tussen knooppunt 401 en 557) in Kanne en de Bollenberg (tussen knooppunt 537 en 151) in Borgloon klaar voor een flinke inspanning.
3. Beklim een terril
Niks zo goed voor de conditie als een stevige heuvel beklimmen. Alle spieren worden aangesproken en die hartslag gaat ook de hoogte in. In Limburg hebben we daar een bijzondere variant op: beklim eens een terril. Terrils zijn heuvels die ontstaan zijn door de mijnbouw. De grond die opgegraven werd voor de bouw van de mijnen werd opgehoopt en vormde uiteindelijk zo een steenberg. In de Limburgse mijnstreek liggen talloze van deze terrils verspreid en er zijn er een paar die je ook effectief op kan wandelen.
De terril van Beringen leidt je tot op honderd meter hoogte en geeft je een weids uitzicht over de stad. De enige toegankelijke terril van de mijnsite in Eisden is misschien wel de bekendste. Deze is gelegen in het Nationaal Park Hoge Kempen. Op de top kijk je uit over de andere terrils en het is dit panorama dat bekend staat als het mooiste van Vlaanderen. In het Genkse wandelgebied Thor Park beklim je een van de terrils van Waterschei en ook in Heusden-Zolder ten slotte stap je zo naar het hoogste punt van de mijnterril.
4. Traplopen
'Neem wat vaker de trap in plaats van de lift’ Het is een veelgehoorde leuze wanneer het aankomt op gezondheid en beweging. De trap op en af lopen is een ware cardiotraining waar je conditie opmerkelijk door verbetert. Ruil de trap thuis eens in voor eentje die in de natuur staat. Huh, een trap in de natuur? Zeker.
Op verschillende plekken in Limburg kom je op je wandeling een uitkijktoren tegen. De Reus van Bosland in de Lommelse Sahara heeft 144 treden. In het wandelgebied van As bouwde men een uitkijktoren die precies leek op een boortoren. In de Wijers in Zonhoven klim je dan weer trede per trede tot op een hoogte van vijftien meter. En ook in Dilsen-Stokkem staat langs de Maasplas een forse uitkijktoren.
Maar daar stopt het nog niet. In As kan je ook een bezoek brengen aan de geologische wand die een trappentoren heeft van meer dan acht meter. En in Zutendaal eindigt een wandeling over het Blotevoetenpad steevast een paar fikse meters boven de grond op het kruinenpad en de uitkijktorens. Dat betekent dus weer…trappen doen.
5. Lopen
Een wat intensievere vorm van lichaamsbeweging is lopen. Voor joggers is het bos sowieso al een geliefkoosde plek om hun hobby te beoefenen. Trek dus nog wat vaker de natuur in voor een hardloopsessie en kies voor de afwisseling eens een bos of park uit waar je nog niet bent geweest.
Natuur en Bos heeft over heel Vlaanderen enkele natuurlopen uitgestippeld. Deze looproutes liggen volledig in een natuurgebied of bos. Limburg heeft op vijf plekken bewegwijzerde lussen over verschillende kilometers, namelijk in Tessenderlo, Overpelt, Bilzen, Bocholt en Opoeteren. Ook zijn er enkele recreatieparken waar je over een Finse piste loopt. De langste vind je in Sint-Truiden. Daar ligt in het Speelhof een looproute van bijna 2,5 kilometer. Ook in Ham, Bree en Tongeren loop je over de zachte ondergrond van houtsnippers.
