Bij de mijnontginning gebeurden helaas regelmatig dodelijke ongevallen. Dit voormalige dodenhuisje diende om het lichaam van een verongelukte werknemer tijdelijk te bewaren, totdat het kon worden vrijgegeven voor autopsie en begrafenis. Wanneer er een lichaam in het dodenhuisje lag, werd het licht ontstoken. Zo wisten de mijnwerkers dat een van hun collega's een noodlottig ongeval had gehad.

Het dodenhuisje in Heusden-Zolder is het enige dat nog overgebleven is van de Limburgse mijnen. Het heeft een bijzondere rol gekregen in de herdenking van het mijnverleden, mede door de kunstinstallatie van Stefan Elsen. Deze installatie bestaat uit een witte blok carrara-marmer die de tafel suggereert waarop de lijken werden opgebaard, met daarboven een zwevend lichaam van kleine spiegeltjes. Dit symboliseert de spiegeltjes die mijnwerkers vroeger in hun kleerkast hadden om te controleren of hun gezicht schoon genoeg was om naar hun familie terug te keren.

In de toekomst zal het dodenhuisje een volledige facelift krijgen, waarbij zowel de buiten- als de binnenkant een nieuwe uitstraling en symboliek zullen krijgen als eerbetoon aan de overleden mijnwerkers. Het dodenhuisje blijft een belangrijk monument dat herinnert aan de vele levens die verloren zijn gegaan in de mijnen.