Bij de mijnontginning gebeurde er jammer genoeg regelmatig een dodelijk ongeval. Dit voormalige dodenhuisje werd gebruikt om het lichaam van een verongelukte werknemer te bewaren vooraleer het kon worden vrijgegeven voor autopsie en begraving. Als een lijk in het dodenhuisje bewaard werd, ontstak men steeds het licht. Zo wisten de mijnwerkers dat een van hun makkers verongelukt was.