29-09-2022

Onze Natuur, in Limburg

Heb jij je al laten verbazen door de adembenemende beelden van Onze Natuur, de film? Bijna de helft van deze unieke documentaire is gefilmd in onze eigenste provincie! Niet echt verrassend, als je weet dat 40 procent van de Belgische natuurgebieden in Limburg ligt. Na drie jaar en maar liefst 960 draaidagen werden de meest uitzonderlijke taferelen op beeld vastgelegd. Wij lijsten hier alvast de hoofdrolspelers uit onze provincie op.

De ijsvogel in Wijvenheide

In het hart van het waterrijke gebied de Wijers vind je de Platwijers met Wijvenheide, een prachtig stuk natuurgebied dat vooral bestaat uit vijvers. Je kan hier wandelen, fietsen en de rust opzoeken. Wijvenheide is een echt vogelparadijs, dus neem zeker je verrekijker mee. Met een beetje (veel) geluk spot je misschien wel een boomkikker, roerdomp, reiger, of een ijsvogel, voor velen de allermooiste vogel van België! In de winter heb je het meeste kans om hem te spotten. Stel je op in één van de kijkhutten en sla ook de infowanden niet over zodat je weet waar je ogen naar moeten zoeken. Wil je als een vogel het vijverlandschap zien vanuit de lucht? Waag je aan de trappen van de 15 meter hoge uitkijktoren. We beloven dat het zicht adembenemender is dan de klim.

een ijsvogel op een tak

De ringslang in Nationaal Park Hoge Kempen

De Belgische populatie ringslangen is voornamelijk te vinden in Wallonië, maar ook in de Mechelse Heide van het Nationaal Park Hoge Kempen kan je deze gladde vriend tegenkomen. Geen paniek, ze zijn volstrekt ongevaarlijk! De kans om een ringslang te zien is overdag iets groter, ’s nachts verschuilt ze zich onder stenen en houtblokken. Natte graslanden en rietkragen van wateroevers krijgen haar voorkeur. De gevlekte ringslang heeft graag veel zon om op te warmen, maar heeft ook nood aan voldoende plekjes om te schuilen. Ze is namelijk erg kwetsbaar voor roofdieren. En voor auto’s. Op asfalt hebben slangen maar weinig grip, waardoor een weg oversteken soms te lang duurt. In 2006 werd het ecoduct Kikbeek aangelegd. Via deze weg geraken dieren veilig aan de andere kant van de autosnelweg.

De Mechelse Heide

De klapekster in de Ziepbeekvallei

De klapekster is bij ons een wintergast.

De Vallei van de Ziepbeek is gelegen in het Nationaal Park Hoge Kempen. Het gebied is een mozaïek van moerassen, natte heide, vennen en vijvers. Hoge landduinen en prachtige vergezichten zorgen voor afwisseling tijdens je wandeling. Een liefhebber van dit stukje natte natuur is de klapekster, bij ons vooral een wintergast. Ze verkiezen een ruige, halfopen omgeving met struiken waar kleine prooidieren vertoeven en met vrijstaande bomen als uitkijkpost. De wetenschappelijke naam van deze bijzondere vogel is Lanius excubitor, wat zoveel betekent als de wachtende slager. Bedachtzaam zoeken zijn scherpe ogen de grond af naar een prooi. Ondanks zijn scherpe nagels kan de klapekster niets vasthouden met zijn poten. Daarom spiest hij zijn buit aan de scherpe punten van meidoorn, braambes of prikkeldraad. Net als een slager zijn waren aan de vleeshaak hangt.

De kraanvogel in de Vallei van de Zwarte Beek

Kraanvogel in de Vallei van de Zwarte Beek

De Vallei van de Zwarte Beek is een bijzonder waardevolle beekvallei in Vlaanderen en bestaat uit een gevarieerd landschap van uitgestrekte akkers, idyllische holle wegen en zompnatte venen. Het totale gebied is goed voor meer dan 100 kilometer wandelplezier! Al twee jaar op rij is er in natuurgebied de Vallei van de Zwarte Beek in Beringen een kraanvogel geboren. Deze majestueuze vliegeniers trekken in de herfst over ons land naar het Zuiden. In groten getale en met veel lawaai strijken ze neer in waterrijke gebieden om op krachten te komen. De voorbije decennia werd er in het uitgestrekte gebied hard gewerkt om de venen en moerassen te herstellen. Kraanvogels zijn heel gevoelig en behoorlijk kieskeurig wat betreft hun omgeving. Dat de dieren voor een tweede keer hier neerstrijken wijst erop dat ze er voldoende voedsel en beschutting vinden.

De oeverzwaluw in de Maasvallei

Dat de 40 kilometer lange grensrivier tussen België en Nederland ook een wondermooie vallei heeft, zal niet verbazen. De Maas is een regenrivier. Bij zware neerslag krijgt ze ruimte om uit haar bedding te treden door de afgegraven wanden. In die wanden bouwen oeverzwaluwen hun nest. Zaadjes van verschillende planten worden meegevoerd door het water en blijven achter op de oevers, met als gevolg een grote diversiteit aan planten en vliegende insecten. En laat dat nu net een absolute lekkernij zijn voor de oeverzwaluw! Deze trekvogels verblijven van maart tot juni in ons land en graven holen voor hun nestje in steile wanden van rivieroevers en open wateren. Tussen eind juli en oktober vertrekt deze kleinste zwaluwsoort naar het zuidwesten van Afrika.

Drie oeverzwaluwen in een tunnel in een steile rivierwand.

De lentevuurspin in Lommel

Misschien wel het meest wonderlijke beestje, deze lentevuurspin. Ze zien er fluweelzacht uit en de mannetjes hebben een felrood achterwerk dat doet denken aan een lieveheersbeestje. In 2009 werd de soort voor het eerst in 113 jaar weer gespot in ons land, met name in de Limburgse gemeente Lommel. Hier kan je tijdens een wandeling door de natuur (met een flinke portie geluk en geduld) een heleboel zeldzame soorten zien die zich graag ophouden in de schrale heide en stuifduinen. De populatie van de lentevuurspin in Lommel is de grootste ter wereld! Daarnaast leven er ook heivlinders, kommavlinders en boszandloopkevers.

Bekijk hieronder de trailer van deze prachtige natuurdocumentaire van eigen bodem:

Laat je inspireren door de prachtige beelden en trek zelf ook onze Limburgse natuur in! Maar mogen we je nadrukkelijk vragen niet zomaar op zoek te gaan naar een van de soorten? Het is niet de bedoeling om de dieren stress te bezorgen en zo de voortplanting te verstoren. De natuur is mooi, maar kwetsbaar. Wees een fijne gast in hun omgeving, geniet van de wilde rust en besef dat de schoonheid vooral zit in de zeldzaamheid.