Like
Mijnwerkerswoningen (mijnverleden)
De oudste woningen liggen aan de Kerklaan, de Wildrozenstraat, de Bremstraat en de Varenstraat.
De Kerklaan is de hoofdas van de cité waarrond het algemeen plan symmetrisch is opgebouwd. Ze ligt in het verlengde van de majestueuze toegang tot de cité met het ronde Welkomstplein en loopt uit op een halfcirkelvormig plein, waar later de mijnkathedraal zou worden voorzien (is echter niet gerealiseerd). In het begin van de jaren 1940 omvat de cité behalve de directeurswoning, 160 arbeiderswoningen en 30 bediendewoningen. De watertoren, gebouwd in 1940, zorgt ervoor dat alle woningen van leidingwater zijn voorzien.
De woningen voor de mijnwerkers zijn drie- tot zeswoonsten, zonder enige franje, vooral in de Bremstraat, de Wildrozenstraat en de Varensraat. De lager bedienden worden meestal in een tweewoonst gehuisvest.
Aan het begin van de oorlogsjaren zijn er nog maar weinig huizen bewoond op de nieuwe cité. Omdat het werken in de koolmijn weinig aantrekkelijk is, blijft de verhoopte toeloop van werknemers uit. Na de oorlog is dat met de kolenslag wel anders en komen Italiaanse en Poolse gezinnen zich massaal in de cité vestigen.
In 1948 worden 80 goedkope en uniforme betonnen arbeiderswoningen gebouwd in de Acaciastraat en in de Gagelstraat.
Om de toevloed van vreemde arbeiders op te vangen moeten in 1947 opeens 222 noodwoningen (barakken) gebouwd worden, verspreid over negen straatjes. Deze noodwoningen zijn voorbehouden voor Italiaanse, Poolse en Oekraïense gezinnen. In 1972 – 1973 werden de barakken met de grond gelijk gemaakt en vervangen door een nieuwe sociale woonwijk.
De Kerklaan is de hoofdas van de cité waarrond het algemeen plan symmetrisch is opgebouwd. Ze ligt in het verlengde van de majestueuze toegang tot de cité met het ronde Welkomstplein en loopt uit op een halfcirkelvormig plein, waar later de mijnkathedraal zou worden voorzien (is echter niet gerealiseerd). In het begin van de jaren 1940 omvat de cité behalve de directeurswoning, 160 arbeiderswoningen en 30 bediendewoningen. De watertoren, gebouwd in 1940, zorgt ervoor dat alle woningen van leidingwater zijn voorzien.
De woningen voor de mijnwerkers zijn drie- tot zeswoonsten, zonder enige franje, vooral in de Bremstraat, de Wildrozenstraat en de Varensraat. De lager bedienden worden meestal in een tweewoonst gehuisvest.
Aan het begin van de oorlogsjaren zijn er nog maar weinig huizen bewoond op de nieuwe cité. Omdat het werken in de koolmijn weinig aantrekkelijk is, blijft de verhoopte toeloop van werknemers uit. Na de oorlog is dat met de kolenslag wel anders en komen Italiaanse en Poolse gezinnen zich massaal in de cité vestigen.
In 1948 worden 80 goedkope en uniforme betonnen arbeiderswoningen gebouwd in de Acaciastraat en in de Gagelstraat.
Om de toevloed van vreemde arbeiders op te vangen moeten in 1947 opeens 222 noodwoningen (barakken) gebouwd worden, verspreid over negen straatjes. Deze noodwoningen zijn voorbehouden voor Italiaanse, Poolse en Oekraïense gezinnen. In 1972 – 1973 werden de barakken met de grond gelijk gemaakt en vervangen door een nieuwe sociale woonwijk.
Like