Het waterslot Vogelsanck is een van de meest opmerkelijke kastelen van ons land. Het oudste deel, de basis van de slottoren, bestaat uit ijzeroer en bruine ijzerzandsteen en dateert uit het jaar 1000. Dit zijn de resten van een donjon. Het meest indrukwekkende deel van het kasteel is gebouwd in Maaslandse renaissancestijl en stamt uit 1637, toen Ferdinand, graaf von Inhausen und Kniphausen, baron van Vogelsanck en heer van Zolder, het liet optrekken. Dit deel is herkenbaar aan de natuurstenen vensteromlijstingen in kruisvorm.
Achter de slottoren bevindt zich de gotische slotkapel uit 1445, die in dit gedeelte is opgenomen (niet zichtbaar vanaf de weg). Het linkergedeelte van het kasteel is een verbouwing uit 1875 in Engelse neo-Tudorgotiek, gebouwd in opdracht van Lady Camille Preston, de Ierse echtgenote van de toenmalige baron de Villenfagne. Dankzij haar werd een van de zeldzame gebouwen in neo-Tudorstijl in ons land opgetrokken.
Het kasteel is gebouwd rond een rechthoekig binnenhof (niet te bezoeken), waarvan de vier muren verschillende bouwstijlen omvatten: Maaslandse Renaissance (1637), Lodewijk XV (1758), neo-Tudor (1875) en Maaslands classicisme (1895). Rond het kasteel strekt zich een Engels park van 5 hectare uit, waarvan een deel is ingericht als arboretum. Dit arboretum, aangelegd door baron Jean-Louis de Villenfagne (1752-1823), bevat indrukwekkende exemplaren van uitheemse bomen.
Vanuit dit kasteel werd van 1187 tot 1795 de zelfstandige “Heerlijkheid Vogelsanck” bestuurd, die onder andere de dorpen Zolder, Zonhoven, Houthalen en delen van Hasselt, Heusden, Genk en Peer omvatte. In zijn duizendjarige geschiedenis werd het kasteel slechts één keer verkocht, namelijk op 27 juni 1741, toen de Portugese graaf Jan-Willem de Souza-Pacheco het domein verkocht aan Gilles baron de Villenfagne. Het kasteel is nog steeds bewoond door de baron de Villenfagne de Vogelsanck.
Het kasteel is niet toegankelijk voor bezoekers.