Aan cultuur en erfgoed geen gebrek in Limburg. Niet alleen is de invloed van het mijnverleden nog steeds erg voelbaar in verschillende regio's, in Limburg ligt ook de eerste stad van België. Bovendien is onze kunst in open ruimte, zoals het doorkijkkerkje, zelfs tot buiten onze landsgrenzen bekend. Klaar voor een flinke portie cultuur?

Verlichte schachtbokken in C-mine Genk

Limburgs mijnerfgoed

Geen enkele periode heeft Limburg zo beïnvloed als de tijd van de mijnbouw. Nergens in Vlaanderen vind je nog zoveel mijnerfgoed als hier. Vandaag zijn de verschillende mijnsites creatieve bodems met een cultureel vormende functie en al het nodige respect voor het verleden.

Bekijk de mijnsites

Kloostertuin aan het Teseum in Tongeren

De oudste stad van België

Tongeren bestond al in de tijd van de Romeinen. Zelfs vandaag zie je nog veel overblijfselen van die rijke geschiedenis in het straatbeeld. Maak je op voor een dagje terug in de tijd.

Bezoek Tongeren

Kunstwerk in open ruimte "Twijfelgrens" in Borgloon

Kunst in open ruimte

Kunst hoort alleen in een museum? Niet in Limburg! Kunst kan je overal tegenkomen, ook buiten, in de natuur. De kunstwerken in open ruimte geven een extra dimensie aan het landschap waarin ze staan.

Waar vind je kunst in open ruimte?

Alle culturele activiteiten in Limburg

Oudste privéapotheekmuseum van België - Apotheek

Oudste privéapotheekmuseum van België

MAASEIK
Rond één van de mooiste marktpleinen, omringd met 95 lindebomen, prijken de oude gevels in Maasstijl. Achter één van de gevels, nr. 46 (bouwjaar 1695), bevindt zich de oudste privéapotheek van België. Gedurende 250 jaar hebben hier vanaf 1704 tot 1959 zes generaties apothekers gewerkt. Van 2011 t.e.m. 2012 werd er naarstig gewerkt aan de restauratie van de oudste privéapotheek van België met als doelstelling de apotheek opnieuw tot leven te brengen, waardoor we een ‘Stop in de tijd’ creëren. De stad Maaseik besliste de apotheek uit de 18de eeuw terug tot leven te brengen. Met de restauratie verloren we een stukje de apotheek van G. Van Venckenray, de laatste apotheek, uit het oog. Omdat dit toch een herinnering van formaat is voor de Maaseikenaren, heeft Van Venckenray terug een plaats gekregen in het museum in de vorm van een kleine tentoonstelling. De apotheek is een combinatie tussen oud en nieuw.
In het Apotheekmuseum steelt vooral de uitgebreide collectie potten de show. De houten exemplaren voor nootmuskaat of mango dateren al van rond 1550, nog voor de eerste apotheker, Engelbert Lanckbein uit Aken, in 1704 in Maaseik begon.
De Maaseiker apothekers waren kruidenmeesters. Zeker een bezoek waard is daarom de kruidentuin achter de apotheek. Bij een archeologisch onderzoek van de oude beerput in 1985 zijn tal van pollen ontdekt die afkomstig waren van planten uit de oude kruidentuin. Dankzij deze vondst kon de oorspronkelijke kruidentuin gereconstrueerd worden.
Mijnwerkerswoningen (mijnverleden) - Bremstraat

Mijnwerkerswoningen (mijnverleden)

HOUTHALEN-HELCHTEREN
De oudste woningen liggen aan de Kerklaan, de Wildrozenstraat, de Bremstraat en de Varenstraat.
De Kerklaan is de hoofdas van de cité waarrond het algemeen plan symmetrisch is opgebouwd. Ze ligt in het verlengde van de majestueuze toegang tot de cité met het ronde Welkomstplein en loopt uit op een halfcirkelvormig plein, waar later de mijnkathedraal zou worden voorzien (is echter niet gerealiseerd). In het begin van de jaren 1940 omvat de cité behalve de directeurswoning, 160 arbeiderswoningen en 30 bediendewoningen. De watertoren, gebouwd in 1940, zorgt ervoor dat alle woningen van leidingwater zijn voorzien.
De woningen voor de mijnwerkers zijn drie- tot zeswoonsten, zonder enige franje, vooral in de Bremstraat, de Wildrozenstraat en de Varensraat. De lager bedienden worden meestal in een tweewoonst gehuisvest.
Aan het begin van de oorlogsjaren zijn er nog maar weinig huizen bewoond op de nieuwe cité. Omdat het werken in de koolmijn weinig aantrekkelijk is, blijft de verhoopte toeloop van werknemers uit. Na de oorlog is dat met de kolenslag wel anders en komen Italiaanse en Poolse gezinnen zich massaal in de cité vestigen.
In 1948 worden 80 goedkope en uniforme betonnen arbeiderswoningen gebouwd in de Acaciastraat en in de Gagelstraat.
Om de toevloed van vreemde arbeiders op te vangen moeten in 1947 opeens 222 noodwoningen (barakken) gebouwd worden, verspreid over negen straatjes. Deze noodwoningen zijn voorbehouden voor Italiaanse, Poolse en Oekraïense gezinnen. In 1972 – 1973 werden de barakken met de grond gelijk gemaakt en vervangen door een nieuwe sociale woonwijk.