Aan cultuur en erfgoed geen gebrek in Limburg. Niet alleen is de invloed van het mijnverleden nog steeds erg voelbaar in verschillende regio's, in Limburg ligt ook de eerste stad van België. Bovendien is onze kunst in open ruimte, zoals het doorkijkkerkje, zelfs tot buiten onze landsgrenzen bekend. Klaar voor een flinke portie cultuur?

Verlichte schachtbokken in C-mine Genk

Limburgs mijnerfgoed

Geen enkele periode heeft Limburg zo beïnvloed als de tijd van de mijnbouw. Nergens in Vlaanderen vind je nog zoveel mijnerfgoed als hier. Vandaag zijn de verschillende mijnsites creatieve bodems met een cultureel vormende functie en al het nodige respect voor het verleden.

Bekijk de mijnsites

Kloostertuin aan het Teseum in Tongeren

De oudste stad van België

Tongeren bestond al in de tijd van de Romeinen. Zelfs vandaag zie je nog veel overblijfselen van die rijke geschiedenis in het straatbeeld. Maak je op voor een dagje terug in de tijd.

Bezoek Tongeren

Kunstwerk in open ruimte "Twijfelgrens" in Borgloon

Kunst in open ruimte

Kunst hoort alleen in een museum? Niet in Limburg! Kunst kan je overal tegenkomen, ook buiten, in de natuur. De kunstwerken in open ruimte geven een extra dimensie aan het landschap waarin ze staan.

Waar vind je kunst in open ruimte?

Alle culturele activiteiten in Limburg

De Noord-Limburgse Teutenkamer - Teutenkamer

De Noord-Limburgse Teutenkamer

HAMONT-ACHEL
De Teutenkamer brengt een totaalbeeld over de geschiedenis en betekenis van de Teuten.

Het Teutenerfgoed is zeldzaam, maar toch is na heel intensief onderzoek een uit-zonderlijk patrimonium samengebracht dankzij de medewerking van verschillende Teutenfamilies en erfgoedverenigingen.

Daarbij zijn er vele kleine, maar interessante erfgoedstukken in de Teutenkamer ruim in de aandacht geplaatst: portretten van Teuten (Agten uit Eksel, Kenis uit Overpelt, Rijcken uit Hamont), foto’s van individuele Teuten, maar ook groepsfoto’s, Teutenvoorwerpen, waaronder koperen ketels van allerlei maten en gewichten, werkmateriaal, kasboeken in perkamentleer gebonden en vele losse documenten, waaronder de bekende Teutencontracten.

Een spectaculair stuk is een porseleinen pijp van de Ekselse Teutenfamilie Peeten, met een afbeelding van een Teutjager. Ook de Teutenwandelstok, met ingebouwde steekdegen, de ellenstok, het castreermesje en het goudweegschaaltje spreken erg tot de verbeelding.

Topstukken zijn ook het notaboekje van de Borkelse Teut Heuvels, met instructies over het castreren van vee, het eigenhandig geschreven gebedenboekje van de Teutenvrouw Joosten in Gouda, het malafi de boekje ‘De Teuten’ van Pieter Ecrevisse, die in 1844 de Teuten afschilderde als bokkenrijders, of het gedichten-boekje van de literair begaafde Teutenzoon Jan-Matthijs Ballings, uitgegeven door het Maeseycker Weekblad.

Als blikvanger geldt de pop-up Teutenwinkel, inclusief de originele kassa-lessenaar, die de Hamontse Teutencompagnie Ballings-Joosten-Keunen in Harmelen (NL) uitbaatte.

Het Teutenerfgoed bestaat ook uit monumentale Teutenhuizen, waarvan er in Hamont-Achel, Hechtel-Eksel en Sint-Huibrechts-Lille tientallen goed bewaarde voorbeelden bestaan, die deels beschermd zijn. Aan het marktplein van Hamont staan zes Teutenhuizen.
Mijnwerkerswoningen (mijnverleden) - Bremstraat

Mijnwerkerswoningen (mijnverleden)

HOUTHALEN-HELCHTEREN
De oudste woningen liggen aan de Kerklaan, de Wildrozenstraat, de Bremstraat en de Varenstraat.
De Kerklaan is de hoofdas van de cité waarrond het algemeen plan symmetrisch is opgebouwd. Ze ligt in het verlengde van de majestueuze toegang tot de cité met het ronde Welkomstplein en loopt uit op een halfcirkelvormig plein, waar later de mijnkathedraal zou worden voorzien (is echter niet gerealiseerd). In het begin van de jaren 1940 omvat de cité behalve de directeurswoning, 160 arbeiderswoningen en 30 bediendewoningen. De watertoren, gebouwd in 1940, zorgt ervoor dat alle woningen van leidingwater zijn voorzien.
De woningen voor de mijnwerkers zijn drie- tot zeswoonsten, zonder enige franje, vooral in de Bremstraat, de Wildrozenstraat en de Varensraat. De lager bedienden worden meestal in een tweewoonst gehuisvest.
Aan het begin van de oorlogsjaren zijn er nog maar weinig huizen bewoond op de nieuwe cité. Omdat het werken in de koolmijn weinig aantrekkelijk is, blijft de verhoopte toeloop van werknemers uit. Na de oorlog is dat met de kolenslag wel anders en komen Italiaanse en Poolse gezinnen zich massaal in de cité vestigen.
In 1948 worden 80 goedkope en uniforme betonnen arbeiderswoningen gebouwd in de Acaciastraat en in de Gagelstraat.
Om de toevloed van vreemde arbeiders op te vangen moeten in 1947 opeens 222 noodwoningen (barakken) gebouwd worden, verspreid over negen straatjes. Deze noodwoningen zijn voorbehouden voor Italiaanse, Poolse en Oekraïense gezinnen. In 1972 – 1973 werden de barakken met de grond gelijk gemaakt en vervangen door een nieuwe sociale woonwijk.